De Frankelandgroep en Bidfood werken al 35 jaar met elkaar samen. De laatste jaren ligt de nadruk meer dan ooit op lekker, duurzaam en betaalbaar eten. Zo kijkt Bidfood kritisch naar het assortiment van De Frankelandgroep, om te zien waar de meeste (milieu)winst zit.
De Frankelandgroep heeft vier zorglocaties in Schiedam en één in Vlaardingen. Alle locaties beschikken over een brasserie met open keuken, waar vers wordt gekookt. “In totaal beschikken we over zo’n twintig koks”, vertelt facilitair manager Mirzet Mehmedagic. “Door zelf te koken kunnen we het lekkerste eten serveren, vinden we. Onze bewoners kijken daar echt naar uit. Ze zien hoe het eten bereid wordt, ruiken de geuren en maken een praatje met de koks. Vervolgens kiezen ze uit drie warme gerechten van de menukaart en worden ze aan tafel bediend. De beleving én de kwaliteit van het eten dragen eraan bij dat er voldoende gegeten wordt, wat belangrijk is voor de fysieke gesteldheid. Daarnaast kunnen we door zelf te koken inspelen op bijvoorbeeld verjaardagen, feesten, barbecues en andere speciale dagen.”
Uitdagingen
Deze voordelen wegen volgens Mirzet voldoende op tegen de uitdagingen, want die zijn er wel degelijk. Zo kampt ook De Frankelandgroep met een beperkte beschikbaarheid aan gekwalificeerd personeel, zowel binnen als buiten de keuken.
Daarnaast spelen ook de kosten een rol. “Het is een feit dat we met minder mensen méér mensen moeten bedienen”, zegt Mirzet. “Én dezelfde goede maaltijden willen serveren, voor een gunstige prijs. Hierbij vertrouwen we onder andere op de kennis van Bidfood.” De Frankelandgroep werkt al 35 jaar samen met Bidfood. In al die jaren is de relatie steeds hechter geworden, zodat Mirzet Bidfood nu meer als ‘partner’ ziet, dan als ‘leverancier’. “Bidfood denkt met ons mee over lekker, duurzaam en betaalbaar eten”, zegt hij. “Van relatief voordelige huismerk-producten tot efficiënte leveringen met minder ritten.”

Betrokken partner
Tijdens de Dag van de Zorg trakteerde De Frankelandgroep zijn bewoners op een sfeervolle barbecue. Met Bidfood als sponsor, die een groot deel van het assortiment beschikbaar stelde. “Ook dát getuigt van betrokkenheid”, zegt Mirzet. “Onze accountmanager Maurice kent alle koks bij naam en loopt regelmatig even binnen om een praatje te maken en om te zien of alles naar wens verloopt. Zijn er vragen, lopen ze tegen bepaalde zaken aan of iets willen organiseren voor onze bewoners, et cetera. Andersom gaan onze koks ook weleens naar het Foodyard in Schiedam, om geïnspireerd te worden over de nieuwste producten.”
‘Groener’ assortiment
Eén van de meest recente afspraken gaat over duurzaamheid. “Net als veel andere instellingen dragen we graag bij aan een schonere wereld”, zegt Mirzet. “Alleen hoe doe je dat, bijvoorbeeld als het gaat om eten en drinken? Ook hierbij kan een partner als Bidfood van dienst zijn. Zo hebben we afgesproken dat we het aandeel van duurzame producten gaan verhogen. Met een voorkeur voor keurmerk-producten en andere artikelen die duurzaam geproduceerd zijn. Met respect voor mens, dier en milieu, en het liefst zo min mogelijk foodmiles en Co2-uitstoot. Bidfood neemt ons assortiment onder de loep en geeft aan waar het nóg beter kan. Op die manier creëren we meer bewustzijn en wordt alles een stuk inzichtelijker. Eventueel zullen we andere keuzes moeten maken, iets waarover we samen met Bidfood zullen beslissen.”
Minder verspilling
Duurzaamheid is óók een kwestie van zo min mogelijk verspillen. Zo wist De Frankelandgroep in twee jaar tijd het aantal etensresten met de ongeveer de helft te verminderen. Hoe hebben ze dit voor elkaar gekregen? “Vooral door kritisch te kijken naar onze menu’s”, vertelt Mirzet. “Wat zijn de hardlopers en welke gerechten worden minder vaak gekozen? Vervolgens zijn we ons qua inkoop veel meer gaan focussen op de hardlopers. Hierdoor is het aantal producten dat over de tht-datum gaat en op de afvalberg belandt, sterk afgenomen. Daarmee sparen we niet alleen het milieu, maar ook de portemonnee. Maar uiteindelijk doen we dit voorál omdat we onze verantwoordelijkheid willen nemen. In de hoop dat de toekomstige generaties in een gezonde(re) wereld kunnen leven, zonder schaarste en milieuproblemen.”

Uit Served 2 2025.